11
De spaken van een wiel komen tezamen in de naaf.
En dankzij de leegte kunnen we wielen gebruiken.
Van klei kneedt men vaten.
En dankzij de leegte kunnen we ze gebruiken als vaten.
In de muren van een huis maakt men gaten voor deuren en ramen.
En dankzij hun leegte kunnen we ze gebruiken.
Zo maken we enerzijds gebruik van hetgeen is, en anderzijds van de leegte.
en de aardige geitjes.