12
De kleuren verblinden het zicht van de mensen.
De tonen verdoven het gehoor van de mensen.
De smaken verdoven de smaak van de mensen.
Rennen en jagen maken de mens dol.
Moeilijk te verkrijgen dingen bederven het gedrag.
Daarom zorgt de wijze voor zijn maag en niet voor zijn ogen.
En hij weigert het een en kiest voor het ander.
en de aardige geitjes.