36
Dingen die samentrekken, waren eerst uitgerekt.
Dingen die verzwakken, waren eerst sterk.
Dingen die ten val komen, waren eerst verheven.
Dingen die verwelken, hebben eerst gebloeid.
Als men wilt nemen, moet men eerst geven.
Dit is verheven wijsheid.
Het zachte overwint het harde.
Het zwakke overwint het sterke.
De vis moet het water niet verlaten.
Men moet de wapens van een staat niet tonen aan het volk.
en de aardige geitjes.