17
Van de grote heersers kent niemand het bestaan.
De minderen worden verheerlijkt en geprezen.
Wie nog minder is, wordt gevreesd.
Wie nog minder is, wordt veracht.
Wie niet vertrouwt, vindt ook geen vertrouwen.
De wijze hecht veel waarde, aan de betekenis van woorden.
Als de grote heerser iets goed doet,
dan zegt het volk: wij hebben het goed gedaan.
en de aardige geitjes.